Gratitude and social expectations

Recently I have published a book. This could not have happened without the help of a few special people, whom I thus profusely thank at the beginning. Yet this simple expression of gratitude has raised unexpected questions, some from people close by, that make me wonder what picture of me they have hanging in their mind.

The full book can be downloaded here. The full text of the acknowledgements is reproduced below for reference. The unexpected questions have fell reliably in the following categories:

  1. “how come your English is so good?”
  2. “how come your Dutch is so good?”
  3. “why no French?”
  4. “why no mention of your family?”

I had believed that anyone who had spent more than a few hours in my company could not even have these thoughts, let alone express them. Yet they were asked by people I had grown to respect after many shared experiences. Needless say, these questions in all their forms have shaken the confidence I had in the depth of my relationship with these individuals.

A friend, with whom I shared my bewilderment about this, wisely advised that these questions say more about expectations of the commenter than a lack of previous answers from my side. Still, I somehow feel compelled to address these comments here, so as to be able to refer to my written position should someone be genuinely interested in the answers.

About my use the English language. I have two different answers depending on who is asking. To people who did not learn English natively and still struggle when using the language, I welcome the compliment, but I remind them that it is only in the part of the world where they have been raised/educated that proficiency in English at my level of education is uncommon. Actually, in my country (the Netherlands), English is nearly a second-native language for everyone, not just people working in a university. With people who did already expect I would speak fluent English, but are surprised or incredulous at how much of it I was able to write (referring to the entire book), I’d like to share two thoughts. The first is that being good at English writing is actually an unavoidable requirement of my job, so I have no choice if I want to be successful. The second thought is that writing is by far my favourite mode of intellectual expression; as such, I enjoyed practicing a lot, for years already, and I am glad that the results show.

About my use of the Dutch language. I actually find any question in that direction quite offensive. I am Dutch and I can plainly see that my skill at written Dutch is barely colloquial; it is a mere transcription of my spoken Dutch. Besides, I needed help to improve my original draft to the text below that went to print. My use of Dutch thus certainly does not qualify as “good” in any objective way. The question thus reveals to me that the asker expects me to be much worse at writing Dutch than I am already. What the hell? Am I a sort of second-class citizen to be excused for being under-educated at his own language?

About my use of other languages. While it is true that I have a passable expertise at using other languages besides Dutch and English (namely, French and Italian), I fail to see how it is relevant here. The acknowledgement section is the part of a book that is addressed to the people who have directly helped. In this section, I address my Dutch friends and siblings in Dutch; using English instead as the “common tongue” with the people who cannot read Dutch comfortably. There are only one native French person and one Italian person in this audience, both of whom I expect to actually prefer me addressing them in the language closer to my heart, that is Dutch. So there.

About family. It is unavoidable that family must have helped somehow during this project that lasted multiple years; so it did! Those members of my family who helped are also mentioned and thanked in the text. But the help was provided by each individual and their own personality, not by the fact they were family. I thus did not feel the need to make the nature of the family bonds explicit.

The full text:

In memoriam: Bertrand Russell, Dennis Ritchie & de kat

Zo’n onderneming van meerdere jaren, met zo weinig zekerheid op voorhand over de uiteindelijke resultaten, kan worden vergeleken met het opvoeden van een kind of met een zelf-ontdekkingsreis. Zo heb ik het wel gedeeltelijk ervaren; al was mijn project een zoektocht naar het onderliggende netwerk van kennissen, culturen, vaardigheden en methoden die aan het bouwen van een computersysteem ten grondslag ligt. Op zoek naar een waarheid die ik kon erkennen, heb ik dankbaar hulp aanvaard tijdens mijn oorlog tegen foute aannames, onvolledige argumenten, drogredenen en andere vormen van onwetendheid.

Deze ervaring durf ik te vergelijken met de cursus stijldansen waarvan ik vele zondagen gedurende mijn onderzoek genoot. Mijn meest betrouwbare danspartner is zonder twijfel Mike Lankamp geweest. Vier jaar lang hebben wij samen een genadeloze tango gedanst, altijd in strijd met elkaar, waarbij de rollen van leider en volger regelmatig wisselden, maar waarbij we altijd samen toe werkten naar een esthetisch elegant resultaat. Our training was faithfully guided by Chris Jesshope, who, beyond playing the background scientific tune to which we danced, also subtly gave the measure, provided us with first steps to follow, and trusted us to “make things happen” on our own. I will be forever grateful to both for this lasting learning experience.

While exercising, I have also learned much from working with my fellow dancers and elders: Irfan, Jian, Joe, Jony, Kostas, Michael and Qiang, you have been inspiring examples. Vooral Thomas en Michiel hebben mij vaak geholpen met de knepen van het vak en persoonlijke coaching; ik ben jullie hiervoor bijzonder dankbaar. Wij deelden ook de vloer met collega’s die een andere stijl dansten. Al leek hun muziek op de onze, toch waren de pasjes net iets anders; door naar hen te kijken heb ik mijn eigen kunnen verbeteren. Daarom wil ik mijn respect uitspreken voor Andy, Clemens, Fangyong, Mark, Merijn, Peter, Roberta, Roeland, Roy, Toktam en Wei alsmede hen bedanken. Similarly, I cherished our joint learning with partners from other schools: Bodo, Carl, Dan, Dimitris, Frank, George, Jara, Leoš, Lukas, Martin, Raimund and Stephan, although you exercised a different swing on the same music, the experience would have been largely incomplete without you.

Naturally, I would like to also thank respectfully the members of the evaluation committee, namely professor Jesshope, dr. Chamberlain, professor Scholz, dr. Grelck, professor de Laat, professor Brorsson, and professor Klint, for their extensive comments and suggestions toward improving the earlier versions of this book.

Ondanks mijn liefde voor het dansen en mijn interesse voor de muziek van Chris, had ik het niet zo lang vol kunnen houden zonder de betrokkenheid en ondersteuning van een paar waardevolle en bijzondere personen. In de eerste plaats Rob Jelier, wie mij de weg van een promotie wees. Van Rob kreeg ik een vernieuwd geloof in de wetenschap, en ookin mijzelf. Door zijn voorbeeld te volgen, heb ik mijn grondgedachten onderzocht, mijn dieptepunt van onzekerheid bereikt en ontdaan van alle externe motivaties. Toch ging ik door, gedreven door pure nieuwsgierigheid. Naast Rob zijn Mark Thompson en Simon Polstra trouwe vrienden geworden die me voortdurend aan herinnerden dat ik niet slechts een wetenschappelijk instrument ben, en dat mijn irrationele behoeften als mens ook aandacht verdienen. Want ondersteuning op het menselijke vlak had ik natuurlijk ook nodig: die heb ik niet alleen gekregen van Rob, Mark en Simon, maar ook van Marseda Duma, Sabien Jesse, Roberta Piscitelli, Arnold Pols and Sylvain Viollon, die er altijd voor me waren wanneer motivatie ontbrak. En toen de tijd kwam om na te deken over wat ik “erna” ging doen, heeft Merijn Verstraaten mij geholpen om een nieuwe betekenis aan mijn rol te geven; dankzij hem heb ik het afronden van het werk kunnen ervaren meer als een overgang dan een eindstreep. Zonder jullie was het werk en daarmee ook dit boek nooit afgekomen.

Verder is mijn werk ontzettend verrijkt door een paar onwaarschijnlijke ontmoetingen. Dankzij Marjolein op den Brouw heb ik begrepen dat wetenschappelijke onderzoek een zeer persoonlijke onderneming is, onafhankelijk van de voorkeuren van collega’s en promotor(e)(s). Both Marjolein and Daniel Prokesch have taught me how inspiration and curiosity come from within and must often be carefully balanced with other life priorities. Het begrip dat onderzoek en onderwijs niet veel meer dan een sociaal spel zijn, met eigen politieke regels, leerde ik ten eerste van Philip Hölzenspies; van hem, en ook van Jan Kuper, leerde ik tegelijkertijd dat “het spel” leuk kan blijven, zolang de deelnemers ervan weten te genieten. Ik dank jullie beide voor de wijze les om vaker te focussen op wat voor mij leuk is.

Last but not least, I wholeheartedly dedicate a kind word to Stephan Herhut, Andrei Matei, Frank Penczek and Merijn Verstraaten. Despite, or perhaps thanks to, our contrasting personalities and quite distinct perspectives, you have provided a true meaning to the words “community of peers.” With you I have simultaneously enjoyed the feeling of mutual interest, admiration, pride and respect, the excitement of working and learning together, and a healthy dosis of mutual evaluation and competition. I am looking forward to building our friendships further.

kena
Amsterdam, July 2012